Lichaamsbouw Afhankelijk van de sectie, heeft de welsh Pony een stokmaat van 1.20 tot 1.40. Met de bouw van een kein koetspaard.Hij heeft een fijnbesneden hoofd, dat zijn oosterse invloeden veraad. Zijn ogen zijn brutaal, de oren puntig. Het lichaam is compact, met een ruime longpartij, ook wel eens 'het broodmandje uit Wales' genoemd. Het dier heeft een elegante hals, en een mooie schuine schouder. De benen zijn hard, met kleine harde hoeven. De welsh Pony staat bekend als een vermakelijk, moedig en intelligent dier. |
Toen het stamboek in 1902 werd opgericht was de Sectie A in tweeën opgesplitst.
1- Onder de 1.22 waarbij korte manen en een gecoupeerde staart verboden was.
2- Onder de 1.27 waarbij korte manen en een gecoupeerde staart mochten
De eerste pony's waren natuurlijk de werkelijke Mountian pony's. Vaak mooier en chiquer. Vaak kwam dat door Dyoll Starlight invloeden. De tweede pony's waren meer gedrongen en merendeel waren (kolen)mijn pony's. In 1909 wilde men de pony's, beschreven onder twee, afschaffen. Dat werd met een ruime meerderheid verworpen. Dat is makkelijk te verklaren omdat veel eigenaren een pony bezaten die hoger was dan 1.22. Die zouden dan worden buitengesloten van het stamboek en van competities.
Deze situatie bleef tot 1931. Toen kwamen er heel veel pony's en werd de maximum hoogte van 1.22 opgedrongen. De maat van 1.22 werd niet zomaar uit de lucht gegrepen. Men had een goede reden. De pony's van 1.22cm en kleiner bleken het best bestand tegen de harde winterse maanden in de heuvels van Wales.
Bij de welsh pony is elke kleur is toegestaan behalve bont. De kleuren die van oorsprong voorkomen zijn; donker bruin, zwart, schimmel, bruin, wildkleur, vos. Toen de beroemde Dyoll Starlight werd geboren in 1894 werd de favoriete kleur schimmel.
Totdat in 1928 de vos Craven Master Shot werd geboren domineerde de grijze schimmels. Later kwamen ander kleuren vaker voor.
De Welsh Mountain is erg vriendelijk tegen mensen. Maar hij is ook sluw, heeft een groot weerstandsvermogen, en is erg beweeglijk. Ze zijn beroemd voor hun springkwaliteiten. De pony Sambo werd de kampioen springen bij de pony's op de Olympia van 1887. De ruiter had al alle ander pony's verslagen maar reed om indruk te maken onder een hindernis door en sprong er over heen. Sinds die dag groeide zijn populariteit als springpony. Nog een bekende pony was Coed Coch Socyn. Hij galoppeerde onder een hindernis door. Draaide om en sprong erover heen. En dat allemaal zonder ruiter.
Het feit dat Welsh pony's al eeuwen in grote getale gefokt werden (niet onder het WPCS) is bewijs genoeg dat er veel vraag naar was. Het temperament, het gemakkelijk zijn in omgang en de lage kosten zorgden daarvoor.